-
1 hand
1 [lichaamsdeel] hand♦voorbeelden:in andere handen komen • change handsblote handen • bare handsdie zaak is in goede/slechte handen • that matter is in good/bad handsin goede/verkeerde handen vallen • 〈 figuurlijk〉 fall into the right/wrong handsiemand de helpende hand bieden • lend someone a (helping) handniet met lege handen komen • not come empty-handed〈 figuurlijk〉 uit de losse hand • roughly, in an improvised wayiets met vaste hand doen • do something with a sure touch〈 figuurlijk〉 met vaste/krachtige hand regeren • rule with a firm/iron handhij is in veilige handen • he is in safe handsiemand (de) handen vol werk geven • give someone no end of work/troublede handen vol hebben aan iemand/iets • have one's hands full with someone/somethinghij heeft de handen meer dan vol • he has enough/too much on his platedat kost handen vol geld • that costs lots of moneyiets aan vreemde handen toevertrouwen • entrust something to strangershij heeft de handen niet vrij • he does not have a free hand〈 figuurlijk〉 de vrije hand hebben/krijgen • have/acquire a free handergens zijn handen niet aan vuil willen maken • refuse to soil one's hands with something〈 figuurlijk〉 ik draai er mijn hand niet voor om • 〈 ik heb er geen moeite mee〉 I think nothing of it; 〈 het kan me niet schelen〉 I don't care a rap (for it)iemand de hand drukken/geven/schudden • give someone one's hand, shake hands with someonedan kunnen we elkaar de hand geven • we're in the same boat〈 figuurlijk〉 iemand de hand boven het hoofd houden • 〈 aan zijn kant staan〉 stand by someone; 〈 iemand beschermen die iets misdaan heeft〉 protect someone〈 figuurlijk〉 de handen op elkaar krijgen • earn/get applause〈 figuurlijk〉 de hand op iets/iemand leggen • lay hands on someone/somethingiemands hand lezen • read someone's palmde hand lichten met het reglement • disregard the regulationselkaar de hand reiken • hold out a hand to each other 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 reach out to each otherhanden schudden • shake handshij steekt geen/nooit een hand uit • he never does a stroke of workde hand over het hart strijken • 〈 figuurlijk〉 be lenient/soft-heartedhij kan zijn handen niet thuishouden • he can't keep his hands to himselfdaar wordt vaak de hand mee gelicht • that is often skimped/not taken seriously(mijn) hand erop! • you have/here's my hand on it!handen omhoog! (of ik schiet) • hands up!/ 〈 informeel〉stick 'em up! (or I'll shoot)handen thuis! • hands off!〈 figuurlijk〉 iets aan de hand hebben • 〈 met iets bezig zijn〉 have something going/on; 〈 bij iets betrokken zijn〉 be involved in somethingaan de hand van deze berekeningen • on the basis of these calculationsiemand een middel aan de hand doen tegen huiduitslag • put someone on to a good remedy for a rashniks aan de hand! • there's nothing the matteraan de hand van deze ervaringen concludeer ik … • in view of these experiences I conclude …iets achter de hand hebben • 〈 figuurlijk〉 have something to fall back on; 〈 heimelijk〉 have something up one's sleevewat geld achter de hand houden • keep some money for a rainy dayik heb mijn gummetje altijd vlak bij de hand • I always have my rubber near at handin de handen klappen • clap one's handsiemand iets in handen spelen • put something someone's wayiemand iets in de hand duwen/stoppen • slip/thrust something into someone's hands; 〈 figuurlijk〉 palm/fob someone off with somethingeen bewijs in handen hebben • have evidencehet onderzoek is in handen van N. • the investigation is being conducted by N.de markt in handen hebben • control/have control of the marketde politie heeft de zaak nu in handen • the police have the case in handde macht in handen hebben • have powerde toestand in de hand hebben • have the situation in handin handen vallen van de politie/de vijand • fall into the hands of the police/enemy〈 figuurlijk〉 iets met beide handen aangrijpen • jump at something; 〈 aanbod, gelegenheid ook〉 seize (upon) somethingmet de hand gemaakt/geschreven • hand-made/handwritten〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • force/mould/bend someone to one's will, manage someone, twist someone round one's (little) fingeriets om handen hebben • have something to do〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • take someone in hand/to taskiemand op (de) handen dragen • 〈 figuurlijk〉 worship/idolize someonehand over hand toenemen • increase hand over fist, gain ground rapidlyiemand iets ter hand stellen • hand something (over) to someoneiets ter hand nemen • take something up, take something in hand, undertake somethinger komt niets uit zijn handen • he doesn't get anything doneuit de hand lopen • get out of handiemand het werk uit (de) handen nemen • take work off someone's handsiets van de hand doen • sell/part with/dispose of somethingvan hand tot hand gaan • be passed from hand to handgoed/duur van de hand gaan • sell well/at high prices 〈 van koopwaren〉dat is de meest voor de hand liggende conclusie • that is the most obvious conclusiongeen hand voor iemand/iets uitsteken • not lift a finger for someone/somethinghij heeft er geen hand naar uitgestoken • 〈 niets aan gedaan〉 he hasn't done a stroke of work on it; 〈 niets van gegeten〉 he hasn't touched itgeen hand voor ogen kunnen zien • 〈 figuurlijk〉 not be able to see one's hand in front of one('s face)ik heb maar twee handen! • I have only (got) one pair of hands!een verhaal van de hand van • a story (written) by3 de zieke is aan de beterende hand • the patient is on the mend/getting betteraan mijn rechter/linker hand • on my right/left (hand/side)aan de winnende hand zijn • be winning〈 figuurlijk〉 iemand op zijn hand hebben/krijgen • have/get someone on one's side¶ wat is er daar aan de hand? • what's going on there?〈 figuurlijk〉 alsof er niets aan de hand was • as if nothing had happened/was wronger is iets aan de hand • there's something the matter/upiets/iemand in de hand werken • encourage something/someone; 〈 iets ook〉 make for something; 〈 iemand ook〉 play into someone's hands〈 van personen〉 zwaar op de hand zijn • be heavy/ponderousop handen zijn • be (near) at hand/imminent/forthcomingvan de hand in de tand leven • live from hand to moutheen verzoek/voorstel van de hand wijzen • refuse a request 〈 verzoek〉; turn down a proposal 〈 voorstel〉 -
2 hand in hand gaan met
hand in hand gaan metVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hand in hand gaan met
-
3 met de hand geklokt
timed by hand/with a stopwatchVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met de hand geklokt
-
4 aan elke hand een tas
aan elke hand een tasVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aan elke hand een tas
-
5 iemand de hand drukken
iemand de hand drukkenshake someone's hand, shake hands with someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand de hand drukken
-
6 iemand de hand drukken/geven/schudden
iemand de hand drukken/geven/schuddengive someone one's hand, shake hands with someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand de hand drukken/geven/schudden
-
7 iemand slaan met de vlakke hand
iemand slaan met de vlakke handVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand slaan met de vlakke hand
-
8 met de hand onder de kin
met de hand onder de kinVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met de hand onder de kin
-
9 met de platte hand
met de platte handVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met de platte hand
-
10 met krachtige hand regeren
met krachtige hand regerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met krachtige hand regeren
-
11 met onvaste hand
met onvaste handVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met onvaste hand
-
12 met vaste hand
met vaste handwith a steady/sure hand -
13 met vaste/krachtige hand regeren
met vaste/krachtige hand regerenrule with a firm/iron handVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met vaste/krachtige hand regeren
-
14 iemand iets in de hand duwen/stoppen
iemand iets in de hand duwen/stoppenslip/thrust something into someone's hands; 〈 figuurlijk〉 palm/fob someone off with somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand iets in de hand duwen/stoppen
-
15 iets met vaste hand doen
iets met vaste hand doenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets met vaste hand doen
-
16 iets van de hand doen
iets van de hand doensell/part with/dispose of somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets van de hand doen
-
17 met zachte hand
met zachte handVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met zachte hand
-
18 paren
1 [zich tot voortplanting verenigen] mate (with)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [bijeenvoegen] pair (off/up)♦voorbeelden:2 gepaard gaan met • be attended by, go (together/hand in hand) with, be coupled with -
19 gepaard gaan met
gepaard gaan metbe attended by, go (together/hand in hand) with, be coupled withVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gepaard gaan met
-
20 klokken
1 [werktijden laten vastleggen] clock (on/off)3 [als een klok uitstaan/vallen] flare♦voorbeelden:♦voorbeelden:met de hand geklokt • timed by hand/with a stopwatch
См. также в других словарях:
Hand with Reflecting Sphere — Artwork title=Hand with Reflecting Sphere artist=M. C. Escher year=1935 type=Lithograph height=31.8 width=21.3 Hand with Reflecting Sphere also known as Self Portrait in Spherical Mirror is a lithograph print by Dutch artist M. C. Escher, first… … Wikipedia
lend somebody a hand with something — lend (sb) a (helping) ˈhand (with sth) idiom (informal) to help sb with sth • I went over to see if I could lend a hand. Main entry: ↑lendidiom … Useful english dictionary
lend somebody a helping hand with something — lend (sb) a (helping) ˈhand (with sth) idiom (informal) to help sb with sth • I went over to see if I could lend a hand. Main entry: ↑lendidiom … Useful english dictionary
lend a hand with something — lend (sb) a (helping) ˈhand (with sth) idiom (informal) to help sb with sth • I went over to see if I could lend a hand. Main entry: ↑lendidiom … Useful english dictionary
lend a helping hand with something — lend (sb) a (helping) ˈhand (with sth) idiom (informal) to help sb with sth • I went over to see if I could lend a hand. Main entry: ↑lendidiom … Useful english dictionary
Hand — (h[a^]nd), n. [AS. hand, hond; akin to D., G., & Sw. hand, OHG. hant, Dan. haand, Icel. h[ o]nd, Goth. handus, and perh. to Goth. hin[thorn]an to seize (in comp.). Cf. {Hunt}.] 1. That part of the fore limb below the forearm or wrist in man and… … The Collaborative International Dictionary of English
Hand bag — Hand Hand (h[a^]nd), n. [AS. hand, hond; akin to D., G., & Sw. hand, OHG. hant, Dan. haand, Icel. h[ o]nd, Goth. handus, and perh. to Goth. hin[thorn]an to seize (in comp.). Cf. {Hunt}.] 1. That part of the fore limb below the forearm or wrist in … The Collaborative International Dictionary of English
Hand basket — Hand Hand (h[a^]nd), n. [AS. hand, hond; akin to D., G., & Sw. hand, OHG. hant, Dan. haand, Icel. h[ o]nd, Goth. handus, and perh. to Goth. hin[thorn]an to seize (in comp.). Cf. {Hunt}.] 1. That part of the fore limb below the forearm or wrist in … The Collaborative International Dictionary of English
Hand bell — Hand Hand (h[a^]nd), n. [AS. hand, hond; akin to D., G., & Sw. hand, OHG. hant, Dan. haand, Icel. h[ o]nd, Goth. handus, and perh. to Goth. hin[thorn]an to seize (in comp.). Cf. {Hunt}.] 1. That part of the fore limb below the forearm or wrist in … The Collaborative International Dictionary of English
Hand bill — Hand Hand (h[a^]nd), n. [AS. hand, hond; akin to D., G., & Sw. hand, OHG. hant, Dan. haand, Icel. h[ o]nd, Goth. handus, and perh. to Goth. hin[thorn]an to seize (in comp.). Cf. {Hunt}.] 1. That part of the fore limb below the forearm or wrist in … The Collaborative International Dictionary of English
Hand car — Hand Hand (h[a^]nd), n. [AS. hand, hond; akin to D., G., & Sw. hand, OHG. hant, Dan. haand, Icel. h[ o]nd, Goth. handus, and perh. to Goth. hin[thorn]an to seize (in comp.). Cf. {Hunt}.] 1. That part of the fore limb below the forearm or wrist in … The Collaborative International Dictionary of English